NICE probeert de registratielast zoveel mogelijk te beperken. Daarom worden voortaan jaarlijks de data items die worden geregistreerd geëvalueerd op juistheid, validiteit en relevantie en worden de niet meer essentiële items uit de registratie verwijderd. Dit jaar is besloten om de data items die alleen voor de verouderde MPM en LODS modellen worden gebruikt niet langer te registreren. Het registreren van de APACHE II opnamediagnose was al niet meer nodig, de verwachte APACHE II sterftekansen worden nu berekend op basis van de afgeleide APACHE II opnamediagnose. Daarnaast is een pilot gestart naar de mogelijkheid om ruwe fysiologische gegevens aan te leveren zodat deze niet meer gevalideerd hoeven te worden alvorens ze aan NICE worden aangeleverd.
Bij het evalueren van de NICE items lag de focus dit jaar op de MDS. Op dit moment worden veel data items geregistreerd om gebruik te kunnen maken van verschillende prognostische modellen (MPM, LODS, APACHE en SAPS). De MPM en LODS modellen worden binnen de NICE, maar ook internationaal nog maar zeer beperkt gebruikt. Om deze reden is besloten om de data items die alleen voor deze verouderde modellen worden gebruikt niet langer te registreren. Dit bekent dat het vanaf 1 februari 2017 niet meer nodig is om de volgende data items te registreren:
Daarnaast is er, zoals eerder aangekondigd, een koppeling ontwikkeld om de APACHE II redenen van opname automatisch af te leiden op basis van de aangeleverde APACHE IV redenen van opname. De reden van opname op basis van het APACHE II model hoeft daarom per 1 juni 2016 niet meer aangeleverd te worden. Vanaf nu is deze wijziging ook doorgevoerd in NICE online. Dit houdt in dat de verwachte APACHE II sterftekansen zijn berekend op basis van de afgeleide APACHE II opnamediagnose. Na onderzoek bleek dat het effect van deze verandering op de SMR zeer gering is, maar het zou in bepaalde subgroepen een verandering in APACHE II SMR kunnen verklaren.
Alle bovengenoemde wijzigingen zijn reeds doorgevoerd in de data dictionary welke te vinden is op onze website.
De NICE vindt het van essentieel belang dat alle NICE deelnemers goede benchmarkinformatie over de
geleverde data ontvangen zodat deze gebruikt kan worden voor het initiëren van kwaliteit verbetertrajecten. In de NICE rapportages worden daarom belangrijke uitkomstmaten gecorrigeerd voor case-mix verschillen door gebruik te maken van prognostische modellen zoals de APACHE IV en SAPS II. In deze modellen worden van een aantal fysiologische variabelen de meest afwijkende gevalideerde waarden gebruikt. Om deze te kunnen bepalen, levert u van deze variabelen (bijv. de bloeddruk) de hoogste en laagste gevalideerde waarde aan. Echter doordat steeds meer IC’s de beschikking hebben over een EPD of PDMS waar hoogfrequente metingen van deze fysiologische variabelen worden opgeslagen, wordt de validatie van de metingen niet meer in alle IC’s consequent uitgevoerd. Onder deze metingen zitten echter ook regelmatig meetfouten die bij een automatische selectie (dus zonder validatie) van de hoogste of laagste waarde meegenomen zou worden.
Op dit moment onderzoekt NICE of we met een centraal algoritme de hoogste en laagste waarden kunnen detecteren uit de niet gevalideerde ruwe data, zodat deze gebruikt kunnen worden voor betrouwbare case-mix correctie. Voor dit onderzoek hebben een aantal IC’s reeds hun ruwe fysiologische data ter beschikking gesteld.