Frequently Asked Questions
Algemeen
Hoe kan ik toegang krijgen tot NICE Online?
Alleen met een geldig NICE Online account kunt u gebruik maken van de verschillende functionaliteiten van NICE Online zoals NICE upload, Analyse Tool, Downloads, Nice2Share, enz.
De NICE contactpersoon binnen uw centrum (of diens vervanger) is verantwoordelijke voor het beheer van de accounts en de bijbehorende toegangsrechten en kan een NICE Online account voor u aanmaken. Wilt u weten wie binnen uw ziekenhuis de NICE contactpersoon is, stuur dan een e-mail naar
Wanneer ontvang ik mijn halfjaar-/jaarrapport?
Ieder half jaar ontvangt u een rapport waarin uw gegevens worden vergeleken met het nationaal gemiddelde en met voor u vergelijkbare ziekenhuizen. Om de kwaliteit van de rapportages te verhogen, ontvangt u eerst een concept rapport op grond van de beschikbare jaar- of halfjaar gegevens. U krijgt vervolgens 4 weken de tijd om uw eigen gegevens te controleren en eventueel een definitieve dataset over de betreffende periode aan te leveren. Wij streven er naar om het volgende schema aan te houden voor het versturen van de rapporten:
Concept jaarverslag: begin maart
Definitief jaarverslag: begin mei
Concept halfjaarverslag: begin september
Definitief halfjaarverslag: begin november
Medium care/ recovery patiënten
Moeten niet IC patiënten zoals CCU/Recovery patiënten ook gescoord worden voor NICE?
Alle patiënten die op de IC worden opgenomen dienen gescoord te worden, dus ook de Recovery en CCU patiënten. Met de komst van de kwaliteitsindicatoren is het namelijk nog belangrijker geworden dat de gegevens van alle patiënten die op de IC zijn opgenomen aan NICE worden aangeleverd. Alleen op deze wijze kunnen kwaliteitsindicatoren zoals de verpleegkundige/patiënt ratio en dagen met 100% bezetting correct worden berekend. Het is binnen de registratie mogelijk om niet IC patiënten te identificeren met van het veld type patiënt.
Het veld type patiënt heeft verschillende opties:
- IC patiënt (default waarde)
- Recovery patiënt
- IC patiënt na recovery periode
- Patiënt niet onder eindverantwoordelijkheid van de intensivist
Alle patiënten die worden gemarkeerd als recovery patiënt (optie 2) en patiënt niet onder eindverantwoordelijkheid van de intensivist (optie 4) zullen geëxcludeerd worden voor de berekening van de SMR’s, maar zullen als groep terug te vinden zijn in de rapportages.
Om deze toepassing juist en uniform te kunnen, hebben wij de volgende definitie van een Recovery patiënt opgesteld:
Een Recovery patiënt is een patiënt opgenomen op de IC, enkel onder verantwoordelijkheid van de anesthesist, direct aansluitend aan een operatie waarbij de behandelduur op de IC een periode van 4 uur niet mag overschrijden. Voor patiënten welke in de nacht (opname tijdstip na 22:00 en voor 08:00h) opgenomen worden, geldt dat zij voor de volgende ochtend 10:00h van de IC ontslagen moeten zijn. Als de behandelduur buiten de hierboven vermelde termijn komt, moet het type patiënt omgezet worden naar optie 3 IC patiënt na recovery periode. Een recovery patiënt kan enkel gescoord worden, als de herkomst één van de volgende waarden betreft:
- OK vanaf verpleegafdeling zelfde ZH
- OK vanaf Eerste Hulp zelfde ZH
- OK vanaf verpleegafdeling ander ZH
- OK vanaf Eerste Hulp ander ZH
NB herkomst 6 (recovery zelfde ziekenhuis (alleen bij niet geplande IC-opname)) mag hier niet gebruikt worden. Dit alternatief is bestemd voor niet geplande IC opnamen. Als de patiënt postoperatief eerst op de recovery geweest is en nu om logistieke redenen verder verkoeverd op IC (als recovery patiënt), moet gekozen worden uit alternatief 1, 2, 8 of 9. Een recovery patiënt kan enkel als dusdanig gescoord worden als het opnametype één van de volgende waarden betreft:
- Spoed chirurgie
- Electieve chirurgie
Patiënten die op de IC wordt opgenomen en niet onder eindverantwoordelijkheid van de intensivist vallen (m.u.v. recovery patiënten), moeten als type patiënt worden gemarkeerd met behulp van optie 4 Patiënt niet onder eindverantwoordelijkheid van de intensivist. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan CCU- en MC-patiënten, maar ook aan patiënten die op de IC worden opgenomen voor urokinase en niet onder eindverantwoordelijkheid van de intensivist vallen.
Moeten Medium Care(MC) patiënten ook gescoord worden voor NICE?
Alle patiënten die op de IC worden opgenomen dienen gescoord te worden, dus ook de MC patiënten. Omdat de definitie van een MC patiënt niet eenduidig is vast te stellen heeft het NICE bestuur de volgende regel opgesteld: voor alle patiënten onder verantwoordelijkheid van de intensivist, al dan niet op een separate of geïntegreerde IC/MC afdeling, wordt de MDS gescoord. Dit betekent het volgende:
- MC patiënt opgenomen op IC onder eindverantwoordelijkheid intensivist.
De MDS wordt aangeleverd over de eerste 24 uur. Patiënten die van de IC naar de MC of van de MC naar de IC overgeplaatst worden behouden dezelfde opname. De gehele opnameperiode op zowel de IC als de MC wordt dus gezien als 1 opname, waarover 1 MDS record wordt aangeleverd. Omdat de opgenomen MC patiënt onder eindverantwoordelijkheid van de intensivist valt dient bij het veld type patiënt optie 1 IC patiënt gekozen te worden. - MC patiënt opgenomen op IC niet onder eindverantwoordelijkheid intensivist.
De MDS wordt aangeleverd over de eerste 24 uur. Omdat de opgenomen MC patiënt niet onder eindverantwoordelijkheid van de intensivist valt, dient bij het veld type patiënt optie 4 Patiënt niet onder eindverantwoordelijkheid van de intensivist gekozen te worden. Zodra de eindverantwoordelijkheid van de patiënt wordt overgedragen aan de intensivist, dient dit als nieuwe opname op de IC te worden gezien. Er wordt dan dus een nieuwe MDS record aangeleverd, waarbij bij het veld type patiënt optie 1 IC patiënt gekozen wordt.
Opnamegegevens
Wat is de IC-ontslagtijd/ontslagdatum voor een patiënt die na overlijden nog op de IC verblijft voor een donatieprocedure?
De IC-ontslagtijd/ ontslagdatum is het tijdstip waarop de patiënt overlijdt.
Een patiënt ligt opgenomen op de IC en wordt overgeplaatst naar een IC van een ander ziekenhuis voor verdere behandeling. Na een paar dagen wordt deze patiënt weer retour geplaatst naar de eerste IC. Is bij de tweede opname sprake van een heropname?
Heropname wordt door de NICE centraal berekend op basis van de aangeleverde IC opname en ontslagtijden en de aangeleverde ziekenhuis opname en ontslagtijden. Zodra een patiënt het ziekenhuis heeft verlaten kan het volgens de NICE definitie geen heropname meer zijn.
In dit geval is er een ziekenhuis ontslagtijd voor de betreffende patiënt aangeleverd, namelijk de datum waarop de patiënt naar het andere ziekenhuis werd overgeplaatst. Om deze reden zal de tweede IC opname (retour van het ziekenhuis die de patiënt tijdelijk had overgenomen) niet gezien worden als heropname en dient deze opnieuw gescoord te worden. Deze opname zal vanwege de herkomst (IC/CCU ander ziekenhuis) echter wel worden geëxcludeerd door het APACHE IV model.
Ontslaggegevens
Wat te registreren bij een patiënt die preoperatief wordt opgenomen op de IC en op de OK overlijdt?
Indien een patiënt preoperatief op de IC wordt opgenomen en binnen 4 uur naar de OK gaat en tijdens de operatie overlijdt:
- IC-ontslagtijd: registreer het tijdstip waarop de patiënt de IC verlaat en naar de OK gaat.
- Ontslagbestemming: registreer verpleegafdeling, zelfde ziekenhuis.
Indien de patiënt meer dan 4 uur op de IC verblijft vóór vertrek naar de OK en tijdens de operatie overlijdt:
- IC-ontslagtijd: registreer het moment van overlijden.
- Ontslagbestemming: registreer mortuarium.
Glasgow Coma Scale (GCS)
Hoe scoor ik de GCS variabelen bij gesedeerde patiënten?
Indien een patiënt gesedeerd of geïntubeerd is dan mag de score van voor de sedatie/intubatie gescoord worden. Wanneer een patiënt voor de sedatie/intubatie niet wakker was door mogelijk een hersenbeschadiging dan mag een zo goed mogelijke schatting van de score zonder sedatie/intubatie gescoord worden. Alle onderdelen van de GCS variabelen dienen altijd gescoord te worden.
Hoe scoor ik de GCS variabelen bij patiënten die binnen 24 uur op de IC zijn overleden?
Er mag alleen een GCS van <15 scoren als er een geobjectiveerd verlaagd bewustzijn is geweest (en dan niet door overlijden).
Voorbeelden:
Een septische patiënt die met een GCS van 3-5-3 wordt opgenomen op de IC, wordt geintubeerd en gesedeerd en 4 uur later overleden is heeft:
- opname GCS 3-5-3
- laagste GCS 3-5-3
- GCS na 24 uur 3-5-3 (De GCS na 24 uur is bij ontslag binnen 24 uur altijd geëxtrapoleerd.)
Een patiënt gaat wakker de OK in, er gaat iets verkeerds op OK en hij komt geintubeerd/beademd op IC. Patiënt overlijdt na 18 uur en heeft:
- opname GCS 4-6-5
- laagste GCS 4-6-5
- GCS na 24 uur 4-6-5
Effecten van sedatie/anesthesie mogen niet meegenomen worden in de GCS. De patiënt in het tweede voorbeeld was GCS 15 voor OK → indirect postoperatieve fase 15 scoren (hoewel je GCS 3 aan bed meet).
Mogen de sedatie effecten ten gevolge van een intoxicatie bij het scoren van de GCS wel meegenomen worden?
Ja, in tegenstelling tot de anesthesie- en sedatie effecten bij postoperatieve patiënten mogen de sedatie effecten als gevolg een intoxicatie wel meegenomen worden.
Uitkomstmaten
Hoe interpreteer ik de SMR?
De Standardized Mortality Ratio (SMR) is het totaal aantal IC patiënten die in het ziekenhuis zijn overleden gedeeld door de verwachte ziekenhuissterfte in die IC populatie. De verwachte ziekenhuissterfte wordt berekend met een wiskundig model, bv APACHE IV. Op grond van demografische kenmerken, diagnosen en fysiologische verstoring wordt de ernst van ziekte bij opname berekend en omgezet in een sterftekans. Een SMR van 1 op basis van het APACHE IV model betekent dat de ziekenhuissterfte vergelijkbaar is met de case-mix gecorrigeerde ziekenhuissterfte in de Amerikaanse populatie uit 2005 waarop het APACHE IV model is ontwikkeld. De gemiddelde SMR in de Nederlandse IC's ligt ruim onder de SMR van 1, hetgeen betekent dat we tegenwoordig in Nederland een veel lagere ziekenhuissterfte hebben dan wordt verwacht volgens het APACHE IV model. Wij raden daarom aan om de SMR niet te vergelijken met 1 maar met het nationaal gemiddelde of een groep andere vergelijkbare IC’s.
Hoe interpreteer ik de VLAD-curve?
De VLAD-curve wordt gebruikt om de relatie tussen werkelijke en verwachte sterfte op grafische wijze in de tijd weer te geven. Voor het maken van de VLAD-curve wordt voor iedere patiënt het verschil tussen de daadwerkelijke sterfte en de voorspelde sterftekans bepaald. Vervolgens wordt de cumulatieve som van deze verschillen tegen de tijd uitgezet. Een stijgende VLAD-curve betekent dat de werkelijke sterfte lager is dan de verwachte sterfte en dat uw IC het dus beter doet dan verwacht. Een dalende lijn betekent dat uw IC het minder goed doet dan verwacht. De VLAD-curve is erg afhankelijk van het aantal opnamen en is daarom niet te vergelijken met andere ziekenhuizen. De VLAD-curve kan wel gebruikt worden om veranderingen over de tijd op uw IC te analyseren.
Hoe interpreteer ik de Funnelplot?
Om variaties in gecorrigeerde uitkomsten tussen de verschillende deelnemende IC's te illustreren wordt gebruik gemaakt van funnelplots.
Deze funnelplots beelden elke IC als afzonderlijke stip af. Op de X-as wordt het aantal opnamen weergegeven en op de Y-as de waarde van de indicator, b.v. de SMR of de gestandaardiseerde heropnameratio. De horizontale lijn geeft het nationale gemiddelde voor Nederland weer, de trechtervormige lijnen vormen de bijbehorende 95%- en 99,8%-betrouwbaarheidsintervallen. Deze trechtervormige lijnen benadrukken dat er niet één waarde van de indicator als normaal beschouwd moet worden, maar dat er een range van waarden normaal is. De funnelplot houdt rekening met de toegenomen onzekerheid in de getoonde waarden bij kleine aantallen opnamen, hetgeen grafisch inzichtelijk wordt gemaakt door de bandbreedte van de betrouwbaarheidsintervallen. Desondanks kunnen deze intervallen onnauwkeurig zijn bij een klein aantal events (bv. minder dan 10 overledenen). Naast de aantallen opnamen wordt bij de breedte van de betrouwbaarheidsintervallen rekening gehouden met geobserveerde variatie in de indicator die niet verklaard kan worden door case-mix factoren.
Alleen de punten die buiten deze range liggen, wijken significant af van het landelijk gemiddelde. Ook als de resultaten van een individuele IC gelijk zijn aan de resultaten van heel Nederland, dan is er toch een kleine kans van 5% dat de waarde van een indicator door toeval buiten de 95% funnel ligt. Bij 85 deelnemende IC's mag je daarom verwachten dat er altijd één of meer IC's zijn die buiten de funnel vallen zonder dat dit veroorzaakt wordt door een tekortschietende kwaliteit. Het kan bijvoorbeeld een gevolg zijn van steekproefvariatie.
Scoringssystemen
Mijn APACHE IV SMR is een stuk hoger dan de APACHE II en SAPS II SMR, hoe kan dit?
De APACHE II en SAPS II modellen zijn oudere modellen (resp 1985 en 1993) die een verwachte sterftekans genereren op basis van de kwaliteit van zorg op moment van de ontwikkeling van de modellen. In de loop der jaren is de gezondheidszorg sterk verbeterd waardoor er minder patiënten overlijden. Dit resulteert in een gemiddelde SMR lager dan 1, aangezien er minder sterfte is dan verwacht (een SMR van 1 betekent net zoveel sterfte als verwacht). Het APACHE IV model is een nieuw model (2006) dat de verwachte sterftekansen berekent aan de hand van de huidige kwaliteit van de gezondheidszorg. Hierdoor zal de SMR van het APACHE IV model gemiddeld dichter bij de 1 liggen en dus hoger uitvallen dan bij de oudere modellen.
In het (half)jaarverslag van stichting NICE worden patiënten teruggekoppeld met een lage verwachte mortaliteit en die toch zijn overleden op de IC. Een aantal van deze patiënten zijn overleden tijdens de heropname. Wordt de heropname niet meegenomen in het APACHE IV model?
Het APACHE IV model gaat bij de berekening van de sterftekans uit van de eerste initiële opname, omdat het model niet geschikt is de sterftekans van de heropname te berekenen. Vandaar dat de heropname buiten beschouwing wordt gelaten.
De IC opnamen met een sterftekans <0,2 die toch zijn overleden worden teruggekoppeld in het (half)jaarverslag zodat een IC kan controleren of deze sterfte voorkomen had kunnen worden of dat er sprake is van een registratiefout. Als alles goed geregistreerd is en de sterfte verklaard kan worden door bijvoorbeeld een heropname dan zijn er geen verdere verbeteracties nodig.
Voor welke patiënten is het APACHE IV model niet van toepassing?
- Patiënten jonger dan 16 jaar,
- Patiënten die korter dan 4 uur op de IC verbleven,
- Patiënten die langer dan 365 dagen in ziekenhuis opgenomen zijn,
- Patiënten die al zijn overleden bij opname,
- Heropnamen,
- Patiënten opgenomen vanaf een andere CCU/ICU (dit criterium geldt wel voor het originele APACHE IV model maar wordt niet door NICE toegepast),
- Patiënten opgenomen voor brandwonden of transplantaties,
- CCU patiënten of recovery patiënten,
- Patiënten met missende opnametype of opnamediagnose.
APACHE IV opnamediagnose
Welke APACHE IV opnamediagnose moet ik scoren in het geval van opname voor het inbrengen van een diepe lijn?
Voor de APACHE IV diagnose kan het beste bij medische patiënten gekozen worden voor de hoofdgroep “Vascular medical, other”. Voor operatieve patiënten kan het beste worden gekozen voor de hoofdgroep “Vascular surgery, other”.
Welke APACHE IV opnamediagnose moet ik scoren in het geval van opname vanwege epilepsie?
De APACHE IV diagnose die hierbij past is “Seizures (primary-no structural brain disease)”. Het is niet de bedoeling om bijvoorbeeld patiënten die epileptisch zijn door een actieve encefalitis met deze diagnose te scoren. Voor dit type patiënten kan “neurologic medical, other” gebruikt worden.
Welke APACHE IV opnamediagnose moet ik scoren in het geval van opname voor een post-partum bleeding?
Indien het opnametype van de patiënt chirurgisch is dan is de meest geschikte diagnose “Genitourinary surgery, other“. Indien het opnametype van de patiënt medisch is dan is hiervoor een specifieke diagnose beschikbaar, namelijk “hemorrhage, post-partum“.
Welke APACHE IV opnamediagnose moet ik scoren in het geval van opname voor anafylaxis?
Indien het opnametype van de patiënt chirurgisch is dan zijn dit de meest geschikte diagnosen: “complications of previous GI surgery“, “complications of previous peripheral vascular surgery“ of “complications of previous open-heart surgery“. Indien het opnametype van de patiënt medisch is dan is hiervoor een specifieke diagnose beschikbaar, namelijk “Anaphylaxis“.
Welke APACHE IV opnamediagnose moet ik scoren in het geval van het coilen van een intracranieel aneurysma of een EVAR (= endovasculaire aneurysma reparatie) of een TAVI (= trans-catheter aortic valve implantation) waarbij de de behandelingen niet op de OK zelf plaats vinden?
Alle 3 ingrepen vallen onder het opnametype geplande chirurgie. De herkomst moet worden gescoord als via OK, omdat de behandelingslocatie wordt gebruikt als OK faciliteit (incl. anesthesie). De APACHE IV diagnosen kunnen als volgt gescoord worden:
- EVAR: Aneurysm, abdominal aortic (evt met dissectie of ruptuur)
- TAVI: aortic valve replacement (isolated)
- intracran coiling: Arterioveneus malformation, surgery for
Welke APACHE IV opnamediagnose moet ik scoren in het geval van een orgaandonatieprocedure, al dan niet door middel van non heart beating procedure?
Wanneer de patiënt voor IC opname is overleden en op de IC niet meer is behandeld, kan deze met opnametype “overleden voor IC opname“ gescoord worden. De opnamediagnose voor de APACHE IV kan dan gescoord worden als “Transplant, other, non operative admission“. Daarnaast vragen wij voor niet-IC patiënten (waaronder ook de patiënten die worden opgenomen wegens orgaandonatie) een beperkt aantal velden uit. Een overzicht van deze velden kunt u terugvinden in de data dictionary.
Als de patiënt voor overlijden is behandeld op de IC, dan kan naast de diagnose “Transplant, other, non operative admission“ ook de originele APACHE IV diagnose worden gescoord indien deze belangrijk is voor uw eigen administratie, maar u zou de APACHE IV opnamediagnose ook leeg kunnen aanleveren. Omdat het een niet IC-patiënt betreft, zal deze patiënt niet geïncludeerd voor de APACHE IV sterftekans -en SMR berekening van uw IC.
Welke APACHE IV opnamediagnose moet ik scoren in het geval van een VATS (Video Assisted Thoracic Surgery) waarbij een biopt werd afgenomen en de IC opname een standaardprocedure is?
De APACHE IV diagnose die hierbij het beste past is “Thoracotomy for other reasons”. Wanneer de VATS wordt uitgevoerd om een maligniteit in de borstkas te verwijderen is de meest geschikte diagnose ‘’Thoracotomy for other malignancy in chest”.
Welke APACHE IV opnamediagnose moet ik scoren bij een IC opname vanwege pseudocholinesterase deficiëntie?
De APACHE IV diagnose die hierbij past is “Neuromuscular medical, other”.
Welke diagnose moet ik scoren bij een CABG-patiënt met ECMO?
Bij een CABG-patiënt met ECMO dient de APACHE IV opnamediagnose “CABG alone” gescoord te worden omdat dit het initiële probleem van de betreffende patiënt is. Het is niet de bedoeling dat de opnamediagnose “CABG with other operation” gescoord wordt, aangezien ECMO een circulatie therapie is en niet meegenomen mag worden bij het scoren van de opnamediagnose. Indien men “CABG alone” scoort, komen de patiënten in het juiste gedeelte van de NICE terugrapportage terecht en worden ze bij de berekening van de juiste SMR meegenomen.
Beademing
Als de patiënt wordt opgenomen met de intentie om beademd te worden, maar dit niet binnen 15 minuten lukt, kan dan “mechanische ventilatie bij IC opname” gescoord worden?
Het gaat bij beademing bij opname om de intentie, waarbij een richttijd van 15 minuten geldt, maar waar best een periode van 30 minuten gehanteerd mag worden. De 15 minuten zijn expliciet benoemd om te zorgen dat we ook de geeffectueerde beademing binnen eerste 30 minuten mee kunnen nemen. Voorbeelden:
- Wordt een patiënt opgenomen met de intentie om beademd te worden (al dan niet invasief) en is dat inderdaad binnen 15 tot max 30 minuten geëffectueerd? Scoor “ja” bij “mechanische ventilatie bij IC opname”.
- Wordt een patiënt opgenomen met de intentie om beademd te worden (al dan niet invasief), maar om bepaalde redenen duurt dit langer dan circa 30 minuten? Dan is de patiënt bij opname niet beademend en dient men “nee” te scoren bij “mechanische ventilatie bij IC opname”.
- Wordt een patiënt opgenomen, zonder de intentie om beademd te worden, maar om bepaalde redenen is de patiënt toch in het eerste half uur beademd, dient men “ja” te scoren bij “mechanische ventilatie bij IC opname”.
Fysiologie
Hoe moeten PaO2, PaCO2, pH, HCO3 gescoord worden uit arterieel/veneuze samples?
De pO2, pCO2 en pH behoren uit het arteriële gas met de slechtste oxygenatie gehaald te worden. Indien er geen arteriële gas genomen is dan mogen deze variabelen niet uit het veneuze gas dan wel capillair gesubstitueerd worden. De variabelen blijven dan leeg. Dit geldt ook voor de laagste en hoogste bicarbonaat (HCO3).
Hoe scoor ik patiënten die binnen 24 uur overleden dan wel ontslagen zijn?
Van elke patiënt die op de ICU wordt opgenomen, ongeacht de behandelduur, moet alle beschikbare informatie ingevuld worden. Als de informatie niet gedurende de IC opname beschikbaar is (bijvoorbeeld een bilirubine uitslag) dan wordt de betreffende variabele leeggelaten. Er wordt nooit lab alleen ten behoeve van de NICE afgenomen. Indien een patiënt op de IC overlijdt dan is de minimale bloeddruk en hartfrequentie etc. NIET gelijk aan 0. Binnen de NICE registratie worden alleen waarden die daadwerkelijk door de verpleegkundige op de IC lijst worden genoteerd meegenomen bij het scoren van een patiënt. Een IC verpleegkundige registreert meestal als laatste bloeddruk een waarde van bijvoorbeeld 40/20 en een hartfrequentie van 30. Deze waarden worden dan gescoord.
Herkomst en opnametype
Wat te scoren voor herkomst en opnametype voor patiënt uit OK waarbij geen OK handeling is verricht (bv alleen intubatie of bij afblazen operatie)?
In het geval dat de patiënt enkel voor de intubatie (onder gecontroleerde omstandigheden) naar de OK gegaan is of in geval van afgeblazen operatie waarbij de patiënt zonder operatieve verrichting van de OK naar de IC komt (bijvoorbeeld na allergische reactie tijdens inductie, incomplete documentatie, onverwachte tekort aan personeel of materiaal et cetera), negeren wij de OK als herkomst en registreren de afdeling voorafgaand aan de OK als herkomst.
Een patiënt is postoperatief opgenomen na een anaphylactische shock gedurende een borst operatie. De opname indicatie heeft in principe niets met de operatie te maken. Moet deze patiënt als medische of als chirurgische opname gescoord worden?
Alle patiënten die vanaf de OK worden opgenomen en daar ook daadwerkelijk een operatie hebben ondergaan dienen met een een chirurgische opnametype gescoord te worden. Ook bij deze patiënt dient er dus een chirurgische opnametype gescoord te worden.. Verder moet dan tenminste één chirurgische APACHE II/IV opnamereden (iets dat past bij de borstoperatie) worden geselecteerd. De tweede APACHE II/IV opnamereden kan wel medisch zijn (anaphylactische shock).
FHIR
Is het verplicht om over te stappen op FHIR?
Op dit moment bent u niet verplicht om over te stappen op FHIR voor het aanleveren van data aan de NICE-registratie. Echter, er zijn sterke aanwijzingen dat FHIR in de nabije toekomst wél verplicht zal worden voor gegevensuitwisseling in de zorg. HL7 FHIR is gekozen als landelijke standaard en zal onder andere vanuit de European Health Data Space (EHDS) en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) verplicht worden voor alle gegevensuitwisselingen. Wij raden u daarom aan om de overgang naar FHIR serieus te overwegen. Tot slot zien wij dat softwareleveranciers op deze overgang anticiperen, door bijvoorbeeld bij nieuwe contracten alleen nog FHIR-aanleveringen te ondersteunen.
Is er nog subsidie beschikbaar voor de overgang naar FHIR?
Ja, tot eind 2025 is er subsidie beschikbaar voor de overgang naar FHIR. Deze subsidie wordt verstrekt door het RIVM in het kader van het SARI-project (zie vraag 6 voor extra informatie over het SARI-project). De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de softwareleverancier en het type contract. Voor sommige leveranciers worden de kosten centraal gefinancierd vanuit het project en kunt u kosteloos overstappen. Voor andere leveranciers worden de daadwerkelijk gemaakte kosten tot een vastgesteld maximum vergoed. Om in aanmerking te komen voor de subsidie, neemt contact op met ons op via:
Moet ik dagelijks mijn gegevens controleren of valideren bij dagelijkse FHIR-aanlevering?
Nee, u bepaalt zelf wanneer u uw records valideert. De gegevens worden wél dagelijks naar NICE verstuurd, maar krijgen de status “ongevalideerd”. Deze gegevens worden wel meegenomen voor monitoring en surveillence doeleinden door bv het RIVM. Totdat u deze heeft gecontroleerd en afvinkt als een compleet en “gevalideerd” record, zullen deze niet mee worden genomen in de nationale benchmark. U kunt bijvoorbeeld eens per week of per maand uw gegevens valideren, afhankelijk van uw interne werkwijze.
Hoeveel werk is het om de FHIR-koppeling tot stand te brengen?
De benodigde inspanning verschilt per ziekenhuis en softwareleverancier: - Mediscore en HiX: De overgang vergt relatief weinig inspanning; de meerderheid van de uren werk zullen bij de softwareleverancier komen te liggen. De kosten hiervoor kunnen worden gedekt met de subsidie (zie vraag 2 voor meer informatie). - EPIC: De overgang vraagt meer inzet van de interne ICT- of BI-afdeling, bijvoorbeeld voor het omzetten van bestaande data naar FHIR en het inrichten van automatische berichtenverkeer. Het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) heeft SQL- en PowerShell-scripts ontwikkeld die door andere EPIC-ziekenhuizen gebruikt kunnen worden. Zij geven aan dat de implementatie ongeveer 12-16 uur in beslag neemt en dat zij bereid zijn om hun kennis te hierover te delen. - Overige leveranciers: De benodigde inspanning kan variëren; neem contact op met uw leverancier voor specifieke informatie.
Krijg ik nog een kwaliteitsrapportage om mijn aanleveringen te controleren?
Ja, via NICE-online kunt u een overzicht zien van uw aangeleverde records. Hier vindt u informatie over eventuele fouten in records, welke records door u zijn gevalideerd (zie vraag 3 voor meer informatie) en welke nog wachten op goedkeuring. Dit overzicht helpt u om de kwaliteit van uw aanleveringen te bewaken. Aanvullend ontvangt u maandelijks een e-mail met een samenvatting van de openstaande foutmeldingen en de nog niet gevalideerde records. Op deze manier blijft u goed op de hoogte van de maandelijkse status van uw FHIR-aanleveringen.
Wat zijn de voordelen van FHIR ten opzichte van Access-aanleveringen?
Het grootste voordeel van FHIR is de vermindering van administratieve lasten en handmatige aanleveringen. Zodra de FHIR-koppeling is geïmplementeerd, worden gegevens automatisch verstuurd. Let op, u moet nog wel uw records valideren wanneer deze compleet zijn gevuld (zie vraag 3 voor meer informatie). Daarnaast is FHIR een toekomstbestendige en internationaal erkende standaard, waardoor uw data-uitwisseling efficiënter en veiliger verloopt en de data ingezet kan worden voor bijvoorbeeld monitoring en surveillencedoeleinden. Zo draagt u met de FHIR-aanlevering aan surveillance van respiratoire infecties door het RIVM. Door de dagelijkse en automatische aanlevering van gegevens wordt het mogelijk om snel en actueel inzicht te krijgen in het aantal ziekenhuis- en IC-opnames door ernstige luchtweginfecties (SARI) in Nederland. Dit is essentieel voor een effectieve SARI-surveillance en het tijdig signaleren van trends of uitbraken. Zonder deze dagelijkse aanlevering zou het RIVM niet in staat zijn om de actuele situatie rondom luchtweginfecties goed te monitoren en waar nodig passende maatregelen te adviseren. Uw aanleveringen via FHIR dragen daarmee direct bij aan de volksgezondheid in Nederland.
Wat is een certificaat en waar lever ik deze aan
Voor een veilige FHIR-koppeling is een geverifieerd certificaat nodig. Het verdient de voorkeur om dit certificaat via uw eigen organisatie te verkrijgen. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kan NICE een certificaat uitgeven. Uw ICT-afdeling kan hiervoor contact met ons opnemen. U kunt het certificaat voor de FHIR-koppeling eenvoudig via ons portaal op NICE-online aanleveren: NICE-online - Home > Data aanleveringen > “Registreer hier je certificaat voor aanlevering via FHIR”.
Heeft u nog andere vragen?
Kijkt u op onze FHIR specifieke website of neem gerust contact op met NICE via