COVID onderzoeken met gebruik van NICE data

Dylan de Lange, bestuurslid stichting NICE en intensivist UMC Utrecht, gaf een overzicht van een aantal wetenschappelijke COVID-19 onderzoeken die zijn gedaan met behulp van NICE data.

• Eerste versus tweede COVID- golf: in de tweede golf waren de patiënten ernstiger ziek, was het percentage beademd patiënten en de behandelduur lager en was de ziekenhuissterfte iets verhoogd. Echter na case-mix correctie bleek deze verhoging in mortaliteit niet significant.
• COVID-19 versus pneumonie: COVID-19 patiënten zijn op basis van het aantal aanwezige comorbiditeiten en APACHE III score minder ernstiger ziek, maar hebben daarentegen wel een verhoogde behandelduur en ziekenhuissterfte. Deze verhoogde sterfte kan niet verklaard worden door de verschillen in case-mix of de drukte op de IC.
• Overplaatsingen: meer dan een kwart van de COVID-19 patiënten zijn gedurende de ziekenhuisbehandeling overgeplaatst, dit waren veelal de minder ernstige COVID-19 patiënten. De patiënten werden met name overgeplaatst naar academische ziekenhuizen en ziekenhuizen in de IC-regio Noord-Nederland.
• Automatische modellen bouwen: Ten tijde van crisis moeten predictiemodellen snel ontwikkeld worden. Uit onderzoek blijkt dat de performance van modellen die volledig geautomatiseerd ontwikkeld zijn op de beschikbare NICE data vergelijkbaar is met modellen waarbij experts vooraf selecties van variabelen hebben toegepast.
• BMI: Het is al langer bekend dat een verhoogde BMI op de IC over het algemeen is geassocieerd met een betere uitkomst, men noemt dit de BMI paradox. Onder de COVID-19 patiënten lijkt deze paradox minder zichtbaar, COVID-patiënten met een BMI >=35 lijken juist meer kans op sterfte te hebben.