In de praktijk bleek onduidelijkheid te bestaan over welke FiO2-waarde gebruikt moest worden bij bloedgasafnamen, wat kon leiden tot onnauwkeurige metingen. Om dit te verbeteren, zijn er nieuwe afspraken gemaakt rondom het registreren en koppelen van de FiO2-waarde aan bloedgasbepalingen.
De afgelopen periode is gebleken dat niet eenduidig was welke FiO2-waarde geselecteerd diende te worden bij een bloedgasafname. In de praktijk kwam het voor dat, wanneer er geen gevalideerde FiO2-waarde vlak voor de bloedgasafname beschikbaar was, werd teruggevallen op een standaardwaarde van 21%. Dit kan leiden tot een onderschatting van de werkelijke FiO2 en heeft mogelijk invloed op de berekening van de P/F-ratio. Om de kans op een juiste koppeling tussen FiO2 en bloedgas te vergroten en beter aan te sluiten bij de klinische realiteit, is het volgende besloten:
Met deze aanpassing streven we naar een nauwkeurigere en betrouwbaardere registratie van de FiO2-waarde bij bloedgasafnamen. Mocht u hierover vragen hebben of tegen praktische knelpunten aanlopen, neem dan gerust contact met ons op.