Tafelgesprek: Inzet van data voor IC-zorg
Een gesprek tussen een ervaringsdeskundige, een verpleegkundige en een intensivist hoe de NICE-data nog beter kan gaan aansluiten bij de informatiebehoefte van deze stakeholders.
In deze sessie zijn Dave Dongelmans en Marga Hoogendoorn vanuit het bestuur van stichting NICE het gesprek aangegaan met Oeike Verheijen, ex-IC-patiënt en ervaringsdeskundige, Lilian Vloet, voorzitter van FCIC en lector Acute Intensieve Zorg bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Dylan de Lange, intensivist UMCU en bestuurslid stichting NICE.
Zowel de ervaringsdeskundige, verpleegkundige en intensivist benadrukken de noodzaak van data in de zorg. Data dienen niet alleen als onderbouwing voor gesprekken met patiënten en hun families, maar ook voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg. Momenteel zijn verpleegkundigen echter nog onvoldoende uitgerust om cijfers te integreren in familiegesprekken en tegelijkertijd rekening te houden met de situatie van de patiënt. Daarom is het belangrijk om meer aandacht te besteden aan deze aspecten tijdens de opleiding.
De indicatoren, representatie en timing van informatie verschillen per belanghebbende. Terwijl intensivisten zich vooral richten op harde uitkomsten in termen van overleving, hechten verpleegkundigen meer waarde aan procesindicatoren zoals decubitus en delier. Patiënten en hun families zijn vaak bezig met het verwerken van de emotionele gevolgen van een (acute) IC-opname en hebben behoefte aan data over de lange termijn en de kwaliteit van leven. Dit betekent dat naast harde uitkomsten ook informatie verstrekt moet worden over langetermijneffecten en levenskwaliteit. Het is essentieel om informatie begrijpelijk en visueel te presenteren, herhaling te bieden en de mogelijkheid te geven tot toegang en duiding van data achteraf.
De Nationale Intensive Care Evaluation (NICE) kan als kwaliteitsregistratie voor de IC een belangrijke rol spelen in het verstrekken van informatie aan verschillende belanghebbenden en het behalen van hun doelen.
