Heropname 2023
Een heropname is gedefinieerd als een IC opname in dezelfde
ziekenhuisopnameperiode waarin eerder al een IC opname heeft
plaatsgevonden. Het heropnamepercentage is gecorrigeerd voor leeftijd,
geslacht, opnametype en APACHE IV ernst van ziekte. De
gestandaardiseerde heropnameratio is de ratio tussen de som van aantal
heropname binnen een IC populatie gedeeld door de som van case-mix
gecorrigeerde verwachte aantal heropnamen in die IC populatie.
Een heropname is een ongewenst voorval omdat het kan wijzen op
een te vroeg ontslag van de IC. Aan de andere kant kan de situatie van
de patiënt op de verpleegafdeling verslechteren waardoor heropname op
de IC noodzakelijk is. Er zijn meerdere verklaringen voor verschillen
in het percentage heropnamen tussen IC's. De belangrijkste daarvan is
het feit of een ziekenhuis wel of geen beschikking heeft over een
Medium Care (MC) afdeling. Overplaatsing van een IC naar een MC en
eventueel weer terug naar de IC worden niet als heropname
gedefinieerd maar als interne overplaatsingen indien de gegevens van
de MC afdeling ook opgenomen worden in de NICE registratie. Bij het
ontbreken van een MC zal een IC dus naar verwachting meer heropnamen
hebben dan bij aanwezig zijn van een MC afdeling afdeling.
Om variaties in gestandaardiseerde heropnameratio tussen de
verschillende deelnemende IC's te illustreren wordt gemaakt van
funnelplots.
Meer
Heropname
Type |
Gem. gestandaardiseerd heropnameratio |
|
IC-units in Nederland |
Totaal |
1,0 |
Eerste 48 uur |
1,0 |
De funnelplot
Om de variatie in gestandaardiseerde heropnameratio tussen
verschillende deelnemende IC’s inzichtelijk te maken, wordt gebruik
gemaakt van de zogenoemde funnelplots. In een dergelijke plot wordt
iedere IC als stip afgebeeld. De waarde op de x-as geeft het verwachte
aantal heropnamen van de betreffende IC aan en de waarde op de y-as
geeft de gestandaardiseerde heropnameratio weer. De horizontale lijn
geeft de gemiddelde gestandaardiseerd heropnameratio weer, welke de
waarde 1 heeft. De kromme lijnen vormen de bijbehorende 95%- en
99,8%-Control Limits (CL) en benadrukken dat er niet één waarde van de
gestandaardiseerde heropnameratio als normaal beschouwd moet worden,
maar dat er afhankelijk van het aantal verwachte heropnamen een range
aan waarden normaal is.
De gestandaardiseerde heropnameratio kan puur door ‘ toeval’
iets lager of hoger dan 1 uitvallen zonder dat er sprake is van een
structureel en duurzaam aanwezige oorzaak. Een gestandaardiseerde
heropnameratio boven de 99,8%-CL wordt geïdentificeerd als een IC met
waarschijnlijk een structurele oorzaak of tekortschietende kwaliteit
die de verhoogde heropnameratio verklaart. Dit vraagt dus zeker om
nader onderzoek naar mogelijke oorzaken bij de betreffende IC. De
control limits moeten echter niet gezien worden als harde grenzen
tussen ‘toeval’ en ‘aanwezigheid van structurele oorzaken of
tekortschietende kwaliteit’ maar als zones van toenemende
waakzaamheid. Omdat de grens tussen ‘toeval’ en ‘aanwezigheid van
structurele oorzaken of tekortschietende kwaliteit’ niet met zekerheid
en in harde getallen vast te stellen is, moeten funnelplots altijd
voorzichtig geïnterpreteerd worden. De kans dat een IC zonder
‘aanwezigheid van structurele oorzaken of tekortschietende kwaliteit’
een gestandaardiseerde heropnameratio boven of onder de CL heeft is 5%
bij de 95%-CL en 0,2% bij de 99,8%-CL. Aan de andere kant, een IC die
in achtereenvolgende kalenderjaren een licht verhoogde
gestandaardiseerde heropnameratio binnen de 99,8%-CL (of 95%-CL)
heeft, kan de ‘aanwezigheid van structurele oorzaken of
tekortschietende kwaliteit’ betekenen ondanks dat de waarde van de
geijkte SMR binnen de 99,8%CL ligt. Om een goed beeld te krijgen van
de sterfte op een IC, dienen de gestandaardiseerde heropnameratio’s in
de voorafgaande kalenderjaren dus ook betrokken te worden bij de
beoordeling. Bij de berekening van de bandbreedte van de funnel is
rekening gehouden met heterogeniteit in de gestandaardiseerde
heropnameratio tussen ziekenhuizen die niet door verschillen in
case-mix veroorzaakt wordt, maar ook onvoldoende wordt ondervangen
door de variantie in het model. Door een zogenaamde factor voor
overdispersie toe te voegen, wordt toegestaan dat de variantie iets
groter wordt en daarmee de CL iets opgerekt worden. Het doel is om te
voorkomen dat de gestandaardiseerde heropnameratio in een bepaalde IC
als gevolg van ontoereikende case-mix correctie te snel als
structureel verhoogd of verlaagd wordt gekwalificeerd.
Meer
In verband met statistische en privacy aspecten tonen deze grafieken alleen de ziekenhuizen met meer dan 5 opnamen voor de betreffende patiëntengroep.