Mortaliteit (SMR APACHE IV, geijkt) 2022
De Standardized Mortality Ratio (SMR) is het totaal aantal geobserveerde sterfgevallen gedeeld door het totaal aantal verwachte sterfgevallen in het ziekenhuis, eventueel voor een specifieke patientengroep, in een bepaalde periode. Het verwachte aantal sterfgevallen wordt bepaald met behulp van het voor Nederland geijkte APACHE IV model, dat op basis van belangrijke patiënt gegevens zoals demografie (leeftijd en geslacht), opnamediagnose, comorbiditeit en fysiologische bepalingen een sterftekans voor individuele patiënten berekent. De optelling van alle individueel voorspelde sterftekansen resulteert in het totaal aantal verwachte sterfgevallen in een bepaalde periode voor een betreffende IC.
De SMR is een belangrijke indicator voor de IC aangezien gemiddeld 15% van de IC patiënten in het ziekenhuis overlijdt. Toch zijn er belangrijke beperkingen waarmee men rekening dient te houden bij de beoordeling van de SMR. Ondanks dat veel patiëntgegevens worden gebruikt bij het berekenen van de sterftekans, kan het zijn dat het model geen rekening houdt met andere belangrijke factoren. Doordat de SMR gebruik gemaakt van ziekenhuissterfte kan het zijn dat overplaatsingen of nauwe samenwerkingen met bijvoorbeeld verpleeghuizen en hospices een positieve invloed hebben op de berekende SMR (sterfte na ziekenhuisontslag wordt niet meegenomen).
Het APACHE IV model is in 2005 ontwikkeld op een grote IC-populatie in Amerika. Dit betekent dat de berekende APACHE IV sterftekansen zijn gebaseerd op de verwachtingen in 2005 buiten Nederland. Sinds 2005 is de kwaliteit van zorg op de IC verbeterd waardoor de sterftekans in het ziekenhuis inmiddels lager ligt dan destijds. Hierdoor ligt de gemiddelde SMR in de Nederlandse IC's ruim onder de waarde 1, hetgeen aangeeft dat de ziekenhuissterfte lager is dan werd verwacht volgens het APACHE IV model uit 2005. Een mogelijkheid om het APACHE IV model aan te passen naar de huidige praktijksituatie van de Nederlandse IC’s is door een correctie toe te passen op de verwachte sterftekansen. Dit wordt op nationaal niveau per kalenderjaar gedaan zodat nationaal het totaal aantal geobserveerde sterfgevallen gelijk is aan het totaal aantal verwachte sterfgevallen. Dit resulteert in een nationale SMR van 1. Door deze aanpassing ontstaat de zogeheten voor Nederland geijkte SMR welke goed gebruikt kan worden voor benchmarking. Een IC met een geijkte SMR groter dan 1 heeft een geobserveerde sterfte die hoger is dan we in het betreffende kalenderjaar gemiddeld in Nederland verwachten. Een IC met een geijkte SMR lager dan 1 heeft een geobserveerde sterfte lager dan we gemiddeld verwachten.
Meer
Mortaliteit (SMR Apache IV)
Type |
Gemiddelde SMR, geijkt |
|
IC-units in Nederland |
Totaal |
1,00 |
Medisch |
1,00 |
Spoed chirurgie |
1,00 |
Geplande chirurgie |
1,01 |
CAP (Community acquired pneumonie) |
1,00 |
Sepsis |
1,00 |
OHCA (Out of Hospital Cardiac Arrest) |
1,00 |
Laag risico (APACHE IV) |
0,98 |
Midden risico (APACHE IV) |
1,04 |
Hoog risico (APACHE IV) |
0,96 |
De funnelplot
Om de variatie in SMR tussen verschillende deelnemende IC’s
inzichtelijk te maken, wordt gebruik gemaakt van de zogenoemde
funnelplots. In een dergelijke plot wordt iedere IC als stip afgebeeld.
De waarde op de x-as geeft het verwachte aantal sterfgevallen van de
betreffende IC aan en de waarde op de y-as geeft de waarde van de voor
Nederland geijkte SMR aan. De horizontale lijn geeft de gemiddelde
geijkte SMR weer, welke de waarde 1 heeft (zie uitleg bij het onderwerp
mortaliteit). De kromme lijnen vormen de bijbehorende 95%- en
99,8%-Control Limits (CL) en benadrukken dat er niet één waarde van de
SMR als normaal beschouwd moet worden, maar dat er afhankelijk van het
aantal verwachte sterfgevallen een range aan waarden normaal is.
De voor Nederland geijkte SMR van een IC kan puur door ‘ toeval’
iets lager of hoger dan 1 uitvallen zonder dat er sprake is van een
structureel en duurzaam aanwezige oorzaak. Een geijkte SMR boven de
99,8%-CL wordt geïdentificeerd als een IC met waarschijnlijk een
structurele oorzaak of tekortschietende kwaliteit die de verhoogde
sterfte verklaart. Dit vraagt dus zeker om nader onderzoek naar
mogelijke oorzaken bij de betreffende IC. De control limits moeten
echter niet gezien worden als harde grenzen tussen ‘toeval’ en
‘aanwezigheid van structurele oorzaken of tekortschietende kwaliteit’
maar als zones van toenemende waakzaamheid. Omdat de grens tussen
‘toeval’ en ‘aanwezigheid van structurele oorzaken of tekortschietende
kwaliteit’ niet met zekerheid en in harde getallen vast te stellen is,
moeten funnelplots altijd voorzichtig geïnterpreteerd worden. De kans
dat een IC zonder ‘aanwezigheid van structurele oorzaken of
tekortschietende kwaliteit’ een geijkte SMR boven of onder de CL heeft
is 5% bij de 95%-CL en 0,2% bij de 99,8%-CL. Aan de andere kant, een
IC die in achtereenvolgende kalenderjaren een licht verhoogde geijkte
SMR binnen de 99,8%-CL (of 95%-CL) heeft, kan de ‘aanwezigheid van
structurele oorzaken of tekortschietende kwaliteit’ betekenen ondanks
dat de waarde van de geijkte SMR binnen de 99,8%CL ligt. Om een goed
beeld te krijgen van de sterfte op een IC, dienen de geijkte SMR’s in
de voorafgaande kalenderjaren dus ook betrokken te worden bij de
beoordeling. Bij de berekening van de bandbreedte van de funnel is
rekening gehouden met heterogeniteit in de SMR tussen ziekenhuizen die
niet door verschillen in case-mix veroorzaakt wordt, maar ook
onvoldoende wordt ondervangen door de variantie in het model. Door een
zogenaamde factor voor overdispersie toe te voegen, wordt toegestaan
dat de variantie iets groter wordt en daarmee de CL iets opgerekt
worden. Het doel is om te voorkomen dat de sterfte in een bepaalde IC
als gevolg van ontoereikende case-mix correctie te snel als
structureel verhoogd of verlaagd wordt gekwalificeerd.
Meer
In verband met statistische en privacy aspecten tonen deze grafieken alleen de ziekenhuizen met meer dan 5 opnamen voor de betreffende patiëntengroep.
Datakwaliteit
De data die hier worden gepresenteerd zijn zorgvuldig verzameld
en verwerkt. De stichting NICE en de afdeling klinische
informatiekunde (KIK) van het AMC doen hun uiterste best om met de
huidige kennis van zaken over de mogelijkheden en beperkingen van
beschikbare methoden en technieken een zo waarheidsgetrouw mogelijk
beeld te laten zien.
Het Kwaliteitsmanagementsysteem Medische Registraties KIK is gecertificeerd volgens de ISO 9001:2008 norm en ondersteunt het beheer en de organisatie van de NICE registratie.
Het interpreteren van de getoonde getallen vergt inzicht in deze
mogelijkheden en beperkingen en kennis over de samenhang van de
diverse gepresenteerde getallen. Voor vragen over de interpretatie
zijn wij altijd beschikbaar via
Meer