Om variaties in gecorrigeerde uitkomsten tussen de verschillende deelnemende IC's te illustreren wordt gemaakt van funnelplots.
Deze plots beelden elke IC als stip af met op de X-as het aantal opnamen en op de Y-as de waarde van de indicator, b.v. de SMR of de gestandaardiseerd heropnameratio. De horizontale lijn geeft het gemiddelde weer voor Nederland, de kromme lijnen vormen de bijbehorende 95%- en 99,8%-betrouwbaarheidsintervallen.
De funnelplot houdt rekening met de toegenomen onzekerheid in de getoonde waarde bij kleine aantallen opnamen, hetgeen grafisch inzichtelijk wordt gemaakt door de bandbreedte van de betrouwbaarheidsintervallen. Desondanks kunnen deze intervallen onnauwkeurig zijn bij een klein aantal events (bv. minder dan 10 overledenen). Naast de aantallen opnamen is in de breedte van de betrouwbaarheidsintervallen rekening gehouden met geobserveerde variatie in de indicator die niet verklaard kan worden door case-mix factoren.
De funnel (de trechtervormige lijnen) benadrukt dat er niet één waarde van de indicator als normaal beschouwd moet worden, maar dat er afhankelijk van het aantal opnamen een range of bandbreedte normaal is. Alleen de punten die buiten deze range liggen, wijken significant af van het landelijk gemiddelde. Ook als de resultaten van een individuele IC gelijk zijn aan de resultaten in heel Nederland, dan is er toch een kleine kans van 5% dat de waarde van een indicator door toeval buiten de 95% funnel ligt. Bij 85 deelnemende IC's mag je daarom verwachten dat er altijd een of meer IC's zijn die buiten de funnel vallen zonder dat dit veroorzaakt wordt door een tekortschietende kwaliteit. Het kan bijvoorbeeld een gevolg zijn van steekproefvariatie.